Tuinregime

In één van de vorige blogs vertelde ik jullie al over het nieuwe tuinregime. Ik ben nu eenmaal niet van het stilzitten. Wel als ik mag lezen, maar mijn hoofd wil nog te veel met me aan de haal. Iedere keer schiet ik in het wantrouwen dat er toch een fout is gemaakt. Dat ze me dinsdag bellen en zeggen dat het tweede biopt een heel ander beeld laat zien. Je twijfelt dan toch ineens aan alles.


Het tuinregime dus. Nu betrek ik altijd graag iedereen bij alles wat ik doe. Voor mij staat buiten kijf dat community een groot goed is. In ons multifunctionele gezin, zoals ik ons graag noem, want iedereen heeft wel weer een totaal ander talent of inzicht (zo hebben de meiden, naast talent voor kunst, talent voor rommel maken en wij…. Nou ja, vul maar in), betrek ik dus iedereen in mijn wens om iets meer orde in onze biodiverse tuin te brengen.


De één moet giftige planten uit de paardenwei halen, de ander moet met de trimmer aan de gang om de brandnetels te korten en weer een ander mag opruimen en vegen achter de boerderij. Zelf heb ik me al twee weken en dat zegt wat over hoe overwoekerd onze paadjes waren, gestort op het wegbranden, dan krabben dan vegen en weer branden van de wat kloostertuinachtige paadjes door onze tuin. Nadat ik ze aan deze procedure heb onderworpen, giet ik er nog zoutwater overheen, zodat ze ook een poosje schoon blijven. Dat laatste doe ik steeds aan het eind van de dag, zodat ik een groter oppervlak kan doen.


Ook vandaag heb ik de hele boel weer op stelten gezet. Als het eenmaal in mijn hoofd zit, moet het ook gebeuren en moet ik ook oppassen dat ik niet steeds perfectionistischer word. Dat is de reden waarom ik er vaak maar helemaal niet aan begin. Vol goede moed gewapend met mijn brander, automatische tegelschrobber en bezem ga ik aan de slag. Ik brand, schrob en veeg me suf en ik raak steeds meer overtuigd van het enorme belang van deze klus. Ik waan mijn tuin als die van het paleis van Versailles en droom erover dat vanaf nu onze tuin met bijna geen onderhoud als door en ringetje te halen zal zijn.


Dan ineens ruik ik wat geks en terwijl ik met mijn brander in het rond ga, zie ik dat ik per abuis een half plantenperk in lichterlaaie heb gezet. Mijn dagdroom spat uiteen en een lichte paniek maakt zich van me meester. Dit is niet goed. Er ontwikkelt zich een enorme rookwolk en dit terwijl de buurvrouw net lekker haar beddengoed buiten heeft gehangen. Sorry Buuv! We hebben een rieten dak en ik kijk hulpeloos om me heen hoe ik dit ga fixen.


Plotseling word ik aan de kant geduwd en springt mijn jongste dochter vanuit de paardenwei met een schep over het draad. Als een ervaren brandweervrouw slaat ze met haar schep het vuur uit. Zweet loopt ondertussen in straaltjes van mijn gezicht. Volkomen relaxed draait ze zich naar me om, grijnst naar me en zegt: “Zullen we dit stukje tuin maar brandschoon verklaren dan?” Ze verdwijnt weer in de wei.


Ik voel een lachkriebel opkomen en al schaterend besluit ik dat ze gelijk heeft. Ik ga maar even verder met zoutwater. Veel veiliger onder deze weersomstandigheden. Echter, ik voel me nog meer gesterkt in het gevoel dat het samen vormen van community levens redt. Dat zullen ze me de komende klussen niet in dank afnemen, vrees ik……

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het is niet wat u denkt!

Telefoon……… en dan…….

Ome Henk