Een jaartje niets doen…..
Het begon vanochtend alweer goed, na net met een kopje koffie de tuin ingelopen te zijn, hoor ik twee oudere mensen zeggen dat het zo’n bende is onze tuin dat het zeker een vakantiewoning moet zijn. Blijkbaar heb ik dat nodig, want ik heb gelijk maar weer een uurtje met de bosmaaier rondgelopen. Ik neem me voor dat voortaan iedere avond even te doen. Het was ook wel weer heel hoog gegroeid allemaal.
Onder het maaien realiseer ik me dat ik nog vergeten ben te bloggen over het gesprek in het UMCG. Bizar hoe snel het ‘gewone’ leven weer bezit van je neemt. Zeker als je een baan van zeker geen negen tot vijf hebt. Ook zo tegen vakantietijd is iedereen weer helemaal hyper, moet alles af, of in ieder geval bij een ander over de schutting zijn gegooid. Nu had ik ook nog ruim 1500 mails staan van de dagen dat ik niet aanwezig was geweest, dus ik kon mijn tijd wel kwijt. Enfin, ik had het over het ziekenhuisbezoek.
Op vrijdagmiddag rond het middag uur werden we verwacht en gek genoeg was ik toch weer heel nerveus, ondanks dat ik alle (case)studies had gelezen die er op PubMed te vinden waren en ik een heel aardig beeld had wat er te verwachten viel. Ook had ik natuurlijk mijn lijstjes met 39 vragen mee. Ineens dacht ik toch weer dat bij nader inzien er nog iets onduidelijk zou zijn, of er toch nog twijfel zou zijn. Niets menselijks is me vreemd.
Het is rustig in het ziekenhuis op de vrijdagen. Blijkbaar willen mensen niet alleen vaak de vrijdag vrij van werk, maar ook van andere vervelende verplichtingen. Of misschien werken er ook maar een beperkt aantal artsen op deze dag. Ik vind het juist fijn de vrijdag. Juist, omdat er vaak zo lekker weinig mensen zijn.
Keurig op tijd worden we binnengevraagd bij de thoraxchirurg. Het is een kordate vrouw die gelijk sympathie bij me oproept. Ze begint rustig met de opsomming van de reis tot nu toe en maakt gelijk ruimte voor me als ik een vraag wil stellen. Ze laat weten dat ze gehoord heeft dat ik er zelf ook iets vanaf weet en vraagt wat ik graag zou willen. Ik wil graag alle beelden zien en zien waar het Schwannoom vandaan komt. Rustig nemen we beeldje voor beeldje door. Bij mijn vijfde rib vlak naast het ruggenmerg begint ie en bij de zevende rib verdwijnt deze weer langzaam. Een flink ei, maar volgens collega neurochirurg niet vanuit, maar van naast mijn ruggenmerg, weer een positief punt. Wel ligt het Schwannoom tegen mijn ribben en mijn rugspier aan, wat vergelijkbare pijn als het zwevend ribsymdroom veroorzaakt.
Ik vraag honderd uit en geduldig antwoord de chirurg al mijn vragen. Ik vraag hoe een operatie eruit zou zien, wat de gevolgen kunnen zijn, of mijn hart ook stilgelegd zou moeten worden enz enz enz. We komen echter nog niet tot de hamvraag, wat gaan we doen? In haar praten merk ik dat er ook zaken inderdaad niet bekend zijn. Hoelang groeit het er al en hoe hard groeit het. Ook krijg ik de indruk dat de operatie wel eens een behoorlijke restschade aan mijn ribben en rugspieren op kan leveren.
Voorzichtig opper ik dat met alles wat ik gelezen heb en als ik mezelf op basis daarvan zou moeten adviseren, ik misschien wel helemaal niets zou doen. Opgelucht begint de chirurg te lachen en verzekert me dat zij dat ook zou adviseren. Er is nog ruimte genoeg voor het ding, de klachten zijn behapbaar en de risico’s van de operatie m.b.t. bloedingen en restpijn zijn aanwezig. We weten niet eens of hij nog groeit, vult ze aan, dat kunnen we over een jaar ook nog bekijken. Als je eerder veel meer klachten krijgt, of de groei toch sneller dan gedacht gaat, kunnen we altijd nog opereren en wordt het risico niet perse groter. Wel ligt deze zo tegen je rugspieren aan (wat de grote marker voor spieractiviteit verklaarde in de biopten) dat ontspannen en veel relaxmassage kan helpen de klachten onder controle te houden. Grijnzend kijk ik naar mijn tot dan toe stille echtgenoot. Hij bedenkt zich niet en vraagt doodserieus: Euh, zijn er ook andere opties?
Mijn keus is hiermee snel gemaakt, zeker als ze me verzekerd dat ik in principe alles mag qua sport en bewegen. Okay backpacken is niet aan te raden en ook niet steeds door de pijngrens heengaan. Zolang de pijn echter aan de rechterkant blijft en niet de grens van het ruggenmerg passeert is het niet gevaarlijk. Er zijn meer mensen die rekening moeten houden met hun rug en met tillen. Ik ben gerust gesteld en ik huppel door de straten van het UMCG, over een jaar weer een scan dat lijkt me nu nog heel ver weg.
Al schrijvend zit ik hier in onze tuin waar vele verschillende vogels zingen, het zoemt van het leven en er vanalles in bloei staat. Het valt me op dat op een stukje wat door de hobbels en bobbels niet gemaaid kan worden het gras omvalt en alles netjes plat lijkt. Een jaartje wachten en dan zien hoe het groeit, misschien die tactiek toch ook maar blijven toepassen op de tuin, dat doet me het minste pijn…….
Reacties
Een reactie posten