Het gebakje
Na deze periode van bezinning, geef ik te kennen toch liever een eigen autootje te hebben. “Een kleintje hoor”, zeg ik, “het liefst een gebakje…..” Een gebakje is een fiatje 500. Naast gele auto, roepen wij ook gebakje als we een fiat 500 zien. Mijn eerste auto was een fiat 127, die ook prima voor een gebakje door kon gaan. Het nummerbord was te onthouden aan “DeBiel 28 Slecht Horend” en zeg nou eerlijk, zo’n eerste autootje vergeet je nooit meer.
Mijn lief was natuurlijk zeer meegaand na de stress die we hadden ervaren en al snel heb ik me op gebakjesjacht gestort. Nu moet ik eerlijk zijn dat autokopen misschien niet echt gezellig is om met mij te doen. Alle (quasi) kennis die ik de afgelopen jaren heb opgedaan over auto’s stort ik in het zoekproces over de auto en de verkoper heen. Ik ben altijd zo bang dat we een slechte auto kopen dat ik de schijnzekerheid hier graag uit haal. Wat een gelukkig toeval dat mijn managementsassistente haar echtgenoot zich ook graag zo op het kopen van een auto voorbereid en er zelfs een prachtige aankruisbare excel voor heeft gemaakt waarin je de auto kan scoren. Blij ga ik met mijn nieuwe hulpmiddel aan de slag.
Maar liefst 5 gebakjes voldoen aan mijn wensen en al snel wordt de lijst mijn trouwe toeverlaat. De eerste heeft een afwijkend kleur bumper en valt af, de tweede veert niet goed en laat dat nou net een zwak punt van deze auto’s kunnen zijn. Dan rijden we in een babyblauwe die niet lekker schakelt en bij de vierde kom ik erachter dat ik de viercilinder boven de tweecilinder prefereer.
Op weg naar het vijfde gebakje, rijd ik voor de zekerheid langs een net op de site verschenen exemplaar, met name, omdat die geel is en de enige reden waarom ik de Peugeot zal missen, is om de geelheid. “Niemand staat in geel, behalve Victorine”, zei mijn vorige managementsassistente altijd bij grap. Zij was namelijk geen fan van geel, maar wij wel van elkaar. Ik heb het geluk nu al meerdere keren een bijzonder fijne collega aan mijn managementsassistente te hebben waar ik een goede connectie mee voel.
We komen aan bij een kleine garage in een nog kleiner dorp. Voor het huis staat een prachtig geel gebakje en ik ben gelijk verliefd. Ik loop mijn excelsheet af en voor de zekerheid nog een keer. Ik kan geen reden vinden waarom dit niet mijn gebakje zal worden. We rijden nog naar het volgende exemplaar, maar buiten het feit om dat deze behoorlijk beschadigd is aan de achterbumper, voel ik dat de schakeling binnen nu en een jaar ook vervanging toe zal zijn. Ik bel de kleine garage op dat we voor het gele gebakje gaan.
Een paar dagen later mogen we hem komen halen. Dolgelukkig rijd ik naar huis, de volgende dag naar Zwolle en vrijdagavond richting mijn vriendin in Schiedam. Gelijk alles uitproberen dan weet je wat je hebt gekocht. Het kost me namelijk toch altijd weer even tijd om te wennen aan de auto en te vertrouwen dat het goed is. Nou hij rijdt heerlijk, schakelt soepel en de motor ronkt tevreden. Ik zing vrolijk met de radio mee, als ik de file inrijdt op een steenworp afstand van de afrit waar we moeten zijn.
Doordat de auto nog een beetje moet wennen, maak ik een schakelfout en slaat de motor af. Vrijdagmiddag spitsuur op een stukje 12 baansweg, mijn lief schrikt op en roept, “wat gebeurt er” en ik probeer snel de auto weer te starten. Echter, wat ik ook doe, de motor geeft niet thuis. “De startmotor is stuk”, roep ik in paniek. Links en rechts zoeven de enorme vrachtwagens langs mijn kleine gebakje. Met gevaar voor eigen leven stappen we uit de auto en schuiven het gebakje de vluchtstrook op. Ik probeer in het immense lawaai de ANWB te bellen, terwijl er een ambulance met loeiende sirene’s over de vluchtstrook ons nadert. Achter de vangrail zwaaien we met alle macht met onze armen om de ambulance te vertellen dat wij er staan en ondertussen probeer ik met een mevrouw, die helaas onze taal niet helemaal machtig is, te communiceren. Aan mijn gegil hoort ze dat het serieus is en voor ik het weet, staat er in mijn display dat we voor onze veiligheid door een Berger zo snel mogelijk zullen worden weggehaald.
Ineens gaat alles heel snel. De baan waarbij we staan, krijgt een rood kruis. Wil trouwens niet zeggen dat mensen er toch gewoon overheen razen hoor, maar binnen enkele minuten staat er een berger voor onze neus die de sleutels vraagt, ons beveelt aan de andere kant van de vangrail te blijven en met gevaar voor eigen leven soepeltjes mijn gebakje op zijn vrachtwagentje hijst. Hij opent de portier en braaf stappen we zo snel als we kunnen bij hem in de cabine.
Als we hem vertellen waar we op weg naartoe zijn, is het geen enkel probleem om ons voor de deur van mijn vriendin te plaatsen. We hadden geluk, vertelt hij, want zijn dienst zat er net op en hij was op weg naar zijn huis in Schiedam, kon hij ons toch mooi even meepakken. Als hij de auto van de laadplank laat rijden, slaat de motor aan. Nee, het zal de accu dan zijn. Ik protesteer, want er zat net een nieuwe accu in. Bij het openen van de motorkap, blijkt er een klem van de accu los te zitten. Stom van me, maar bij het ophalen, heb ik de motor niet weer gecontroleerd. Voor de zekerheid test hij de accu, maar stelt al snel dat dynamo niet goed is. Ik baal, hoe heb ik dat kunnen missen! Hij wenst ons een fijn weekend en zegt dat de wegenwacht het verder moet regelen.
Ondertussen mopper ik tegen mijn lief en bel ik de kleine garage. De eigenaar reageert geschrokken en baalt er zelf ook van. Als we de auto naar Noord Nederland weten te krijgen, zal hij er natuurlijk een nieuwe dynamo inzetten. Ik kan dan ook niet lang boos zijn en ben allang blij dat we van de vreselijke vluchtstrook zijn bevrijd. Als de wegenwacht aankomt en uitstapt, roep ik maar vast dat het de dynamo is. De wegenwacht murmelt zacht dat hij het nog wel even zelf zal zien. Met een paar klemmen en spanningzoekers weet de man ons in een mum van tijd te vertellen dat het niet om de dynamo, niet om de accu, maar om de massa gaat. In haast nog minder tijd bevestigt de man een compleet nieuwe massakabel. Even checken en jawel hoor, voldoende spanning op de accu en dynamo. Even de motor laten lopen en we are good to go!
Mijn lief lacht me ondertussen uit en verwijst steeds verfijnd naar mijn grondige analyse van ieder bekeken gebakje. Het is blijkbaar onmogelijk om op alles te zijn voorbereid. Ik kijk hem ondertussen vuil aan en zeg dat het juist een goede leerschool is, want dat ik nu iets heb wat we kunnen toevoegen aan de excellijst. Ik gooi hem ondertussen de sleutels toe. Hij kijkt me niet begrepen aan. “Tja”, zeg ik, “Jij mag natuurlijk terugrijden…..”
Reacties
Een reactie posten